Voorkomen is beter dan genezen. In Nederland worden de meeste honden jaarlijks gevaccineerd tegen een aantal ziekten. Deze ziekten kunnen als jouw hond ze krijgt, ernstige tot zeer ernstige en zelfs fatale gevolgen hebben. Daarom voorkomen we ze door de dieren bij de dierenarts te laten vaccineren. Het vaccinatieschema dat door de dierenarts wordt gebruikt, is door de fabrikant uitvoerig getest en geeft een goede bescherming tegen de ziekte waarvoor geënt wordt.

Het is niet zo dat oudere honden niet meer gevaccineerd hoeven te worden. In tegendeel, oudere dieren zijn kwetsbaarder doordat hun afweersysteem minder goed werkt of ze hebben aandoeningen waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties. Juist oudere dieren moeten daardoor goed volgens het geadviseerde schema ingeënt worden.

Honden worden ingeënt tegen hondenziekte (ook wel distemper genoemd), tegen Parvo, besmettelijke leverziekte (hepatitis), para-influenza en de ziekte van Weil. Verder:

• Direct na de geboorte krijgen pups van de moeder afweerstoffen mee.
• Op de leeftijd van 6 weken gaan de antistoffen uit de moedermelk hun werking verliezen en is het tijd voor de eerste puppy-enting.
• De tweede enting volgt op een leeftijd van 9 weken en de derde bij 12 weken.
• Voor de ziekte van Weil en para-influenza wordt een jaarlijkse vaccinatie aangegeven.
• Van de overige entingen is een bescherming van twee jaar bewezen.

Indien het nodig is, bijvoorbeeld omdat jouw hond mee op vakantie gaat in het buitenland, kun je hem vanaf 12 weken ook laten enten tegen hondsdolheid.