In de winter kan het ijskoud zijn, we geven we je daarom een aantal tips voor jouw buitenkonijn. Konijnen zijn goed bestand tegen kou. Je moet je konijn niet later dan augustus/september buiten zetten, zodat hij een wintervacht kan aanmaken. Krijg je een konijn later in het jaar, dan maakt hij waarschijnlijk niet voldoende wintervacht aan en kun je hem in de winter niet buiten zetten.

Tip 1. Voorkom een bevroren waterbak

Als het vriest, let er dan goed op dat het water niet bevroren is. Voor de waterbak zijn er waterbakverwarmers te koop. Een nadeel van een waterbak is dat konijnen deze wel eens omgooien. Het water bevriest en er ontstaat dan ijsvorming op de bodem van het hok.

Tip 2. Water uit een drinkfles

Gebruik liever een drinkfles met een isolatiehoes eromheen. Let er wel op dat het drinktutje niet bevriest. Vervang het water regelmatig, minimaal 2 x per dag en in ieder geval zo laat mogelijk op de avond. Je kunt ook Beaphar druivensuiker toevoegen aan het water tegen bevriezing én voor extra energie voor jouw konijn.

Tip 3. Zorg voor een beschutte plek

Zet het konijnenhok op een beschutte plek, dus niet pal in regen, sneeuw en koude wind. Konijnen kunnen niet tegen vocht en tocht. Zorg ook voor een schuilhokje in het konijnenhok. Lekker beschut en warm. Zorg ook voor een beschutte plek in de ren. Overdek bijvoorbeeld een stuk met een zeil of doek. Er bestaan ook kant-en-klare kooihoezen.

Tip 4. Ventilatie

Zorg voor voldoende ventilatie en dat de dieren ook echt kunnen rennen in een ren om voldoende beweging te krijgen en warm te kunnen blijven. Veel buitenkonijnen vinden sneeuw best leuk. Ze zullen zelf hun hok weer in gaan als ze het te koud krijgen.

Tip 5. Controleer je konijn

Check het kuiltje achter in de nek van jouw konijn regelmatig. Als dat koud aan begint te voelen, dan heeft hij het ook koud. Daarnaast is het verstandig om regelmatig te controleren of de vacht van je konijn in goede conditie is voor het winterse weer. Oudere konijnen hebben soms moeite met het aanmaken van een dikke wintervacht. Deze dieren kunnen dan beter binnen gehouden worden.

Tip 6. Kies de juiste bodembedekking

Zorg ervoor dat konijnen zich warm kunnen ingraven in een goede laag bodembedekking, bijvoorbeeld een dikke laag stro. Het nadeel is dat stro wel kan prikken in de ogen, check dit regelmatig. Gebruik daaronder nog weer een bodembedekker met een goede vochtopname voor de nodige hygiëne.

Tip 7. Aandacht geven

Blijf jouw konijn voldoende aandacht geven! Ook als het buiten ijskoud is en je liever niet naar buiten gaat. Meerdere konijnen die aan elkaar gewend zijn, vinden het heerlijk om warm tegen elkaar aan te kruipen.

Tip 8. Pas op met temperatuurverschil

Neem buitenkonijnen ’s winters niet mee naar binnen; konijnen kunnen namelijk erg slecht tegen deze temperatuurwisselingen. Let op! Een konijn kan tot ca -15 -20 graden buiten blijven. Voor jonge, zieke en oudere dieren zijn dit te lage temperaturen. Plaats het hok dan bijvoorbeeld in de schuur.

Is het erg koud dan kun je eventueel iets meer droogvoer (krachtvoer) geven, regelmatig wegen en ontlasting checken is belangrijk. Als jouw konijn te veel afvalt, kan hij ziek zijn of het is een teken dat hij de kou niet aankan. Overleg even met de specialist in jouw dierenspeciaalzaak of met de eigen dierenarts. Ieder konijn is anders dus kijk altijd goed wat jouw konijn fijn vindt.

Bekijk ook onze Tipclip: "Bescherming tegen vrieskou" en bezoek de Discus winkel voor meer informatie, de juiste producten en handige tips!